TRUDY KUNKELER

TRUDY KUNKELER

Publicaties

Balance in Chaos - Barcelona - 2022

Balance in Chaos – Barcelona –  l’Associació Ceramistes de Catalunya – 2022

Revista internacional CERAMICA - 2020
Revista internacional CERAMICA nr. 157, p.56 t/m 58, 2020
El mar, los diversos paisajes e inspiradas arquitecturas crean su cerámica singular.
Antonio Vivas

La vida mineral, Carles Sánchez - 2019

imatge de Carles Sánchez
Carles Sánchez
Estudis Literaris

Dj., 21/02/2019 – 01:00
La vida mineral

Vull acabar aquest recorregut per les vies de la relació entre art, literatura i natura amb aquell fonament –més que simbòlic– de les nostres existències: la roca. I dic més que simbòlic perquè hi caminem, basteix les nostres cases, els nostres sostres, durant molt temps va contenir els murs de les terrasses possibilitant cultiu a la muntanya i és d’una presència insubstituïble en el nostre paisatge.

Però la roca també és perillosa, ho sabem. Per això contenim la seva embranzida darrere les xarxes metàl·liques, protegim les carreteres dels despreniments, observem amb angúnia les tarteres, com si fossin a punt de caure. També perforem, dinamitem –i les primeres vagues i manifestacions obreres venen d’aquí–, piquem i fem lloc a la falda de la muntanya per als nostres edificis i els nostres eixamplaments viaris. La roca no ens és cap desconeguda.

Per abordar aquesta relació em remetré a una troballa recentíssima –tot i els anys de la seva publicació– i que ha inspirat la concreció d’aquest article. És el catàleg 5 trajectes, del 1996, la primera edició dels Tallers d’art que s’instal·laren a l’actual caserna de bombers de la Massana. En formaren part, entre aquests cinc artistes, el Joan Canal i la Trudy Kunkeler.

Vull parlar de les seves contribucions perquè són les més pertinents sobre el tema al qual dedico l’article d’avui. Com en tota ocasió, em refereixo a alguns exemples que no esgoten les mostres d’aquesta relació –d’aquesta via–, si es comença a buscar se’n trobaran a la literatura i les arts. Vegeu, sense anar més lluny –i portant a col·lació un bri d’actualitat–, quin és el destí d’en Targa, personatge principal a La nouvelle Andorra, d’Isabelle Sandy.

La contribució de l’artista berguedà Joan Canal en aquella ocasió va ser del tot sorprenent. Supera el que comprendríem com a relació amb la pedra. I la supera a través del ritu. La pedra es transforma en màscara, en vestit, en element adossat al cos humà. Representa i alhora pesa. És tan primitiu com el seu nom evoca. I la fotografia de la posada en escena d’aquells rituals, d’aquells cossos que amb la roca esdevenen genis, es conserva en llibres de pissarra. Roca, ferro, corda i cossos. M’agrada particularment el vestit dels tres cercles de pissarra superposats. Sobre el suport em semblen un ready-made afortunat, com un sistema solar privat del centre; sobre el cos els trobo un exercici de voluntat, la dificultat de ser aquell centre.

De l’artista holandesa Trudy Kunkeler m’agraden les fotografies de la pedra. Hi ha una mirada molt afinada que trobaria, a la roca viva, una geometria en brut i una poesia de la força mineral. Aquesta és la meva sospita, la meva intuïció sobre la mirada que representen aquelles fotografies. No em cal, ho confesso, gaire cosa més. És la roca, en la seva configuració natural, tal com la trobem a les tarteres i a les parets vora el riu, allò que em detura, allò que m’absorbeix. No hi ha pareidolia ni fenòmens mòrfics similars, tot es redueix a contemplar la pedra pura llançada a l’exterior.

La mateixa artista té, però, un altre treball fotogràfic de raó i factura ben andorranes: la roca enxarxada. Aquí, a la roca, se l’hi suma l’acer i es testimonia l’intent de contenció. Presos en conjunt, aquella simple imatge ens enuncia quin ha estat el nostre passat i el nostre present. Però gaudeix també d’aquella qualitat de bellesa buida de raó. Una qualitat rara, però que per apreciar-la només ens cal mirar la muntanya, mirar-la de prop, quiets, concentrats en la vibració imperceptible, sorda, del material.

La roca està coneixent una revalorització en el nostre discurs simbòlic i cultural. Ara mateix la roca rep homenatge en diferents aspectes, però la pedra ja hi era. La roca sempre ha estat allà. Potser és per aquesta raó que la recuperem en temps d’incertesa: la roca i el temps geològic és allò proper que més s’assembla a l’eternitat.

de: Diari digital d’Andorra Bondia, 21-02-2019

Review Tussenbeeld, Trudy Kunkeler - 2019

revista internacional Ceramica, nº 152, p.50

revista de libros / book review

www.revistaceramica.com
www.infoceramica.com
libros, Tussenbeeld, por INFOCERÁMICA en 9 abril 2019

Tussenbeeld, Trudy Kunkeler - 2018/2019

– uitgave in eigen beheer, oplage 200, 2018
– recensie dekleineK, p.50, digitaal keramiek tijdschrift, september 2018
– recensie in Klei, Keramiek magazine, p.36, januari/februari 2019

Oefeningen in grensoverschrijding - Elisabeth de Schipper - 2018
Gepubliceerd in het boek Tussenbeeld van Trudy Kunkeler, uitgave in eigen beheer, 2018.
Te bestellen via het bestelformulier op de website of mobiel +31(0)619 328 798
 
 

Van inspiratie tot creatie, Barbara Bunskoek - 2015

Catalogus Maestros de la Cerámica y sus Escuelas, María Bofill - 2014
La memoria de la tierra, la tierra de la memoria,  p.69 t/m 74.

Wladimir Vivas (klik voor vergroting op thumbnail):

 

Jan Eijkelboom n.a.v. de serie 'Elementsverwisseling' - 2003

Schrijven over beeldende kunst is moeilijk. Al wordt er, zoals overal waar de grenzen vaag zijn en ijkpunten soms ontbreken, eindeloos over gedelibereerd. Beeldende kunst heeft dit met muziek gemeen, dat het uitdrukt wat niet gezegd kan worden. Zoals Francis Bacon eens zei: Als ik mijn schilderijen kon verklaren zou ik schrijver zijn.
Aan de andere kant: het moet steeds opnieuw worden geprobeerd, iets zinnigs zeggen over wat niet gezegd is maar geschilderd, gebeeldhouwd enz. Niet omdat er een expositie moet worden geopend of een recensie moet worden geschreven, maar omdat één mens een kunstprodukt van een ander mens ziet en erdoor geraakt wordt en dat uit wil leggen, ook aan zichzelf, waardóór hij geraakt wordt. Omdat hij iets meer wil zeggen dan ‘o’ of ‘ah’.

Dat overkwam mij toen ik kennis maakte met het werk van Trudy Kunkeler. Waarom vond ik die beelden zo bijzonder? Want meer dan als keramiek zag ik dat werk als niet-gebeeldhouwde beelden.

Lang geleden, toen ik over kunst schreef voor de krant, begon ik aan een serie artikelen onder het kopje Atelierbezoek. Door te gaan kijken op ateliers en te praten met beeldende kunstenaars over hoe zij werkten, probeerde ik het probleem van de zegbaarheid op te lossen, of misschien uit de weg te gaan. Over de bedoeling van het werk hielden wij het kort, ook wel uit een soort gêne.

Ik ben dat procédé van het atelierbezoek weer gaan toepassen bij Trudy Kunkeler, al ben ik begonnen met een gedicht over het huisje waar zij woont, verscholen achter struiken aan een plein waar verder louter grote tot zeer grote monumentale gebouwen staan, een magische plek in mijn beleving, waar iemand woont, die ‘uitgelezen boeken maakt van steen’.
Wat dat laatste betreft: in onze woonplaats Dordrecht had Kunkeler op het Hugo de Grootplein een soort zitje gemaakt bestaande uit de in klei gegoten boeken van de grote 17de-eeuwse rechtsgeleerde Grotius. Het beeld werd vrijwel meteen na de oplevering gestolen en met bijna adembenemende snelheid vervangen door een nieuw, ditmaal stevig verankerd exemplaar. Het beeld intrigeerde mij, als kijker en als schrijver. Wat later zag ik een foto van een hoge muur met nissen of open ramen waarin zo te zien rijen boeken stonden. Het bleken tegels te zijn die stonden te drogen in de tocht.
De foto was door Kunkeler genomen in Jemen, waar zij middenin de woestijn wolkenkrabbers bouwen van leem. ‘Chicago der Wüste’ heette een Duits boek dat ik eens over dit onderwerp bezat en dat onder het zand van de tijd verdwenen is.

Bij mijn eerste atelierbezoek was wat ik zag bijna in tegenspraak met het monumentale dat Trudy Kunkeler’s werk, ook in kleinere formaten, ontegenzeggelijk heeft. Er stond een huiselijke mangel, waar de klei doorheen werd gehaald om dan in ordelijke plakken op een tafel te worden gelegd, ongeveer zoals de kleermaker dat doet met de lappen textiel waaruit hij een jas gaat maken.
Het resultaat is daarmee, zoals gezegd, in tegenspraak met de sculpturen die Kunkeler maakt. Bij haar ontstaat er bijvoorbeeld een hoge rots ter grootte van een mens, of een soort scheve kathedraal die naar het plafond reikt als was het naar de hemel.
De kleur (volgens haar het moeilijkste) speelt ook een belangrijke rol, zoals ook te zien valt uit de foto’s die zij maakte in Noord Spanje, bijvoorbeeld van leemkleurige rivieren in diepe, bijna ondoorgrondelijke dalen. Zij dringt door in zo’n landschap en komt er dan weer uit als een mijnwerker uit zijn schacht. Daarna gaat zij als het ware het landschap herscheppen met wat er zoal naar boven is gebracht.
Zo gaat de kunst naar de natuur en keert de natuur terug in de kunst.

Jan Eijkelboom n.a.v. de serie ‘Elementsverwisseling’

Keramische vormen TRUDY KUNKELER verwijzen naar landschap en architectuur, tijdschrift KERAMIEK NVK 2 - 2003

Keramische vormen TRUDY KUNKELER verwijzen naar landschap en architectuur,
p.17 – 18
Piet Augustijn, 2003

De afgelopen jaren hanteerde Trudy Kunkeler drie thema’s voor haar keramische beelden: Elementsverwisseling, materieverschuiving en versplintering. Twee van die thema’s kwamen tot uiting in architecturale vormen die in grote installaties werden getoond, het thema materieverschuiving heeft zij gevisualiseerd in foto’s.

Elementsverwisseling
De installatie ‘Elementsverwisseling’ (1998-2001) lijkt opgebouwd uit kleurrijke stukken rots, maar bestaat geheel uit keramiek. Gelaagde delen waarin stapelingen van platte tegels worden gecombineerd met een steenachtige structuur van blokken die rechtstreeks uit de rotsen gezaagd kunnen zijn. Trudy Kunkeler verwijst met deze installatie naar het rotsachtige landschap en de leemarchitectuur van Jemen, een land in het puntje van het schiereiland Saoedi-Arabië, waar zij een aantal weken verbleef.
‘Uit de veelheid van indrukken, vormen en ideeën die ik de laatste jaren heb opgedaan en gebruikt, ontstaan nieuwe vormen. De studiereis naar Jemen heeft er een dimensie aan toegevoegd’, zegt Kunkeler over de installatie. ‘Het totaal is een vrij letterlijke vertaling van steden in het landschap. Die steden zie je bijna niet, omdat ze in het rotsachtige landschap opgaan, zowel door de kleur als door de vorm. Ik ben bezig met het bouwen van een nieuwe stad, waarvoor ik elementen gebruik die ik op verschillende plaatsen heb gezien.’
Belangrijke inspiratiebron voor haar werkwijze van destijds was het boek ‘De Onzichtbare Steden’ van Italo Calvino, die over Kublai Khan schrijft, dat deze had gemerkt dat de steden van Marco Polo op elkaar leken, alsof de overgang van de ene stad naar de andere geen reis inhield maar een elementsverwisseling. Behalve door deze rotssteden raakte Kunkeler onder de indruk van de leemarchitectuur van het land. De platte grijze leemtegels worden in stapels in de ramen te drogen gezet. Alleen om de ramen heen wordt een kleur aangebracht – rode, blauwe of gele pigment, gemengd met kalk, zodat de grote grijze vlakken ritmisch worden doorbroken.

Ontwikkeling
Trudy Kunkeler volgde een opleiding in Rotterdam (MO Handvaardigheid) en aan de Vrije Academie in Den Haag. Daarna woonde zij twee jaar in Barcelona waar zij lessen volgde aan de Escola Massana. Terug in Nederland ging zij les geven, experimenteerde met polyester en combineerde klei met papier, karton en hout. Sinds de vroege jaren 70 maakt ze vlakke en ruimtelijke objecten in steengoed die ze opbouwt uit plakken uitgerolde klei. Er ontstonden strakke sculpturale bouwsels en doosvormen. Geruime tijd werkte ze vrij klein, de laatste zeven jaar krijgen de objecten monumentale afmetingen. Belangrijk voor dat monumentale werk was de opdracht voor een kamerscherm in 1992. Een golvende wand in drie delen, die een sculptuur is, maar ook dienst doet als afscheiding. In vervolg daarop ontstond een warmte-accumulerend scherm voor een experimentele woning in Almere. Stapelingen van hoekige stenen – zoals die in de Pyreneeën voorkomen als een herkenningsteken voor een pad – die in het scherm hol zijn en gevuld met water. Aan de raamzijde is het object zwart, zodat de zonnewarmte kan worden opgenomen. De andere zijde is licht van kleur en geeft de warmte af.
De zuilen verwijzen naar de stapelingen van stenen zoals die in het berglandschap voorkomen. Afgesleten door water en wind, geometrisch van vorm en voorzien van ritmische structuren van ingekraste lijnen die de verwering aangeven. Ze zijn geïnspireerd door het berglandschap van de Pyreneeën, waar ze meerdere malen malen per jaar verblijftt, werkend in haar atelier in Barcelona.

Materieverschuiving en Versplintering
Voor de fotoserie ‘Materieverschuiving’ (2001) gebruikte Kunkeler foto’s die ze in de loop der jaren heeft gemaakt van stukken rots, stromend water, sneeuw en andere. De beelden die ze had gefotogafeerd bleken wat vorm betreft op elkaar te lijken, maar waren van een andere materie. Toen ze dat ontdekte is ze bewust op zoek gegaan naar de ontbrekende vormen, waardoor er uiteindelijk een langzaam verlopend beeld ontstond dat in materie verschoof van rots naar water en van sneeuw naar lucht.
De installatie ‘Versplintering’ (2002) heeft als uitgangspunt de overeenkomst tussen het functioneren van het lichaam en de geavanceerde apparatuur met betrekking tot het oog. ‘Doordat ik problemen had met mijn ogen zag ik een versplinterd beeld. Wanneer ik iemand aan zag komen duurde het even voor ik het beeld bij elkaar had’, vertelt Kunkeler over het ontstaan van ‘Versplintering’. ‘Kort daarop zag ik videobeelden via de videofoon. Die beelden toonde een gezicht in blokjes, die langzaam bij elkaar kwamen. Dat deed mij denken aan mijn eigen oogfunctie en gaf mij het idee daar iets mee te doen. Het resultaat was een serie gestapelde platte vlakken, afwisselend egaal zwart en voorzien van een structuur van krassen, die in opgaande vormen bij elkaar werden geplaatst. Het werk is tijdens een werkperiode van drie maanden in het Franse Ste.Colombe sur l’Hers (vlakbij Montségur) gerealiseerd.

Piet Augustijn

‘Keramiek Kunkeler monumentaal als rots’, Piet Augustijn, De Dordtenaar, 1994
‘Kunkeler bouwt nieuwe stad’, Piet Augustijn, De Dordtenaar, 1999

Kunkeler bouwt nieuwe stad, Piet Augustijn - De Dordtenaar 1999

De Dordtenaar – 1999

Kunkeler bouwt nieuwe stad, Piet Augustijn

Keramiek Kunkeler monumentaal als rots, Piet Augustijn - De Dordtenaar 1994

De Dordtenaar -1994-

Keramiek Kunkeler monumentaal als rots, Piet Augustiijn